PARAGRAFEN

Lokale heffingen

Woonlasten
De gemeentelijke woonlasten worden als volgt gedefinieerd: het gemiddelde bedrag dat een huishouden in een woning met gemiddelde waarde in een gemeente betaalt aan OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing, minus een eventuele heffingskorting.
De beleidsuitgangspunten zijn:

  • In de Kadernota 2022 is aangegeven dat voor de resterende duur van deze collegeperiode de woonlasten voor woningeigenaren en huurders en de gemeentelijke lasten voor niet-woningen ( totaal van OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing) nominaal niet meer worden verhoogd;
  • De inkomsten uit de areaaluitbreiding worden ingezet ter dekking van de stabilisatie van de gemiddelde woonlasten voor woningen, niet-woningen en huurders;
  • Sturen op 100% kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing en rioolheffing.

Op basis van de per medio 2021 bekende parameters wordt de ontwikkeling van de woonlasten als volgt berekend:

bedragen x €

Lokale lastendruk woningeigenaren, meerpersoonshuishouding

Uitgangspunten

Huishouden (woning in eigendom)

> 1 persoon

Gemiddelde WOZ-waarde woning

226.971

2021

Gemiddelde waardeontwikkeling

0,0%

Gemiddelde WOZ-waarde woning

226.971

2022

2021

2022

mutatie

mutatie tarief

mutatie woonlasten

OZB

372,46

365,29

-7,17

-1,9%

-0,9%

Afvalstoffenheffing

274,21

274,21

0,00

0,0%

0,0%

Rioolheffing

155,30

155,30

0,00

0,0%

0,0%

Totale woonlasten

801,97

794,80

-7,17

-0,89%

Toelichting

  • OZB

De woonlastendruk is gebaseerd op de gemiddelde waarde van een woning ad € 227.000 (Bron: Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen, peildatum juli 2021). Dit is de begrote waarde van een woning die als basis wordt genomen voor de gemeente Venlo voor het belastingjaar 2022. Hierbij wordt opgemerkt dat er wel individuele verschuivingen kunnen plaatsvinden.
Jaarlijks vindt een herwaardering plaats waarbij alle objecten opnieuw worden getaxeerd naar de waardepeildatum 1‑1‑2021. De herwaardering, c.q. nieuwe taxatieronde WOZ voor belastingjaar 2022 is bij het opstellen van onderhavige begroting nog niet afgerond. In het kader van de herwaardering wordt gewerkt met de waardepeildatum 1-1-2021. Voor het belastingjaar 2022 is in deze begroting gerekend met een waardeontwikkeling van 0%, omdat er op dit moment nog geen zicht is op de waardeontwikkeling van het vastgoed in de gemeente. De waardeontwikkeling heeft overigens geen effect op de geraamde OZB-opbrengsten. Conform bestendig beleid worden de OZB-tarieven verhoogd bij een waardedaling. Bij een waardestijging doet zich uiteraard het tegenovergestelde voor.

  • Afvalstoffenheffing en rioolheffing

Op basis van de geraamde kosten zijn deze tarieven berekend. Uitgangspunt is, conform beleidsuitgangspunten, 100% kostendekkendheid.

De mutaties in de OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing houden in dat de gemiddelde woonlastendruk in 2022 met € 7 daalt ten opzichte van 2021. Procentueel betekent dit een daling van de woonlastendruk met 0,9%.
Over de periode 2020-2025 bezien, zijn de volgende effecten in de woonlastendruk herkenbaar:

   Het lijndiagram bevat vier lijnen die de te verwachten woonlastendrukontwikkeling in € in de periode 2020-2025 laat zien. Eén lijn toont de ontwikkeling van de rioolheffing, de volgende de afvalstoffenheffing en de derde lijn de ontwikkeling van de onroerendezaakbelasting. De vierde lijn is de optelling van de genoemde drie onderdelen. De rioolheffing blijft redelijk stabiel met een stijging vanaf 2023. De OZB daalt in 2021 en 2022 en blijft vervolgens stabiel. De afvalstoffenheffing steeg fors in 2021 en blijft vervolgens stabiel. De totale lastendruk daalt vanaf 2020 t/m 2022 waarna een licht stijgende tendens volgt t/m 2025.

  • Uitgangspunt in bovenstaande grafiek is een constante loon- en prijsindex.
  • De hoogte van de afvalstoffenheffing wordt jaarlijks vastgesteld op basis van baten en lasten voortkomend uit de afvalinzameling– en verwerking. De stijging van het afvalstoffenheffingentarief wordt enerzijds veroorzaakt door de stijgende kosten voor het inzamelen en verwerken van GFT (groente- fruit- en tuinafval) en PMD (plastic flessen, metalen verpakkingen en drankpakken), en anderzijds door de lagere opbrengsten van oud papier.

Overige effecten
Naast de effecten op de woonlastendruk brengen wij jaarlijks de gevolgen van de belastingontwikkelingen voor een woninghuurder en voor de categorie niet-woningen in beeld.
Voor de woninghuurder blijven de gemeentelijke lasten gelijk aan die van 2021.
Voor de categorie niet-woningen (ondernemers) leiden de diverse belastingvoorstellen tot een stabilisatie van de lastendruk in 2022 t.o.v. 2021.
Dit geldt voor een ondernemer die een bedrijfspand zowel in eigendom als in gebruik heeft. De begrote gemiddelde waarde van een niet-woning in onze gemeente bedraagt € 0,6 miljoen (bron: Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen, peildatum juli 2021) voor het belastingjaar 2022. Deze is gelijkgesteld aan die van 2021 om dezelfde reden als in de toelichting bij de OZB voor de woningen (herwaarderingsronde en nieuwe taxaties zijn medio 2021 nog niet afgerond).
Benchmark referentiegemeenten
Jaarlijks presenteren wij de ontwikkeling van de gemeentelijke woonlasten van Venlo, afgezet tegenover een aantal referentiegemeenten.
De bedragen van de referentiegemeenten worden daarbij ook weergegeven als percentage van het bedrag van de gemeente Venlo. Het bedrag van de gemeente Venlo is daarbij dus gelijkgesteld aan 100%. De gegevens in onderstaande tabel zijn overgenomen uit de ‘Atlas van de lokale lasten’ van het Coelo. Om tot een zo goed mogelijke vergelijkbaarheid van de gemeenten te komen hanteert Coelo een aantal uitgangspunten waardoor de gepresenteerde tarieven kunnen afwijken van de gemeentelijke tarieven. In deze atlas worden de woonlasten vergeleken voor zowel een éénpersoonshuishouden als een meerpersoonshuishouden. Wanneer er gemeenten zijn met verschillende tarieven voor meerpersoonshuishoudens van verschillende grootte, wordt in de Atlas uitgegaan van een driepersoonshuishouden.

Gemeentelijke woonlasten meerpersoonshuishouden referentiegemeenten

bedragen x €

2017

% van Venlo

2018

% van Venlo

2019

% van Venlo

2020

% van Venlo

2021

% van Venlo

Alkmaar

572

79%

578

79%

595

78%

621

77%

654

82%

Delft

845

116%

843

115%

850

112%

861

107%

867

108%

Deventer

821

113%

736

100%

730

96%

779

97%

815

102%

Heerlen

753

104%

769

104%

764

101%

786

98%

815

102%

Helmond

750

103%

752

102%

757

100%

766

96%

785

98%

Hengelo

780

107%

787

107%

817

108%

729

91%

795

99%

Hilversum

731

101%

748

102%

767

101%

784

98%

827

103%

Leeuwarden

649

89%

658

89%

692

91%

739

92%

753

94%

Maastricht

743

102%

738

100%

759

100%

800

100%

827

103%

Sittard-Geleen

776

107%

757

103%

812

107%

850

106%

894

112%

VENLO

726

100%

736

100%

758

100%

802

100%

800

100%

Westland

754

104%

758

103%

771

102%

849

106%

955

119%

Gemiddeld

742

738

756

781

816


   Het lijndiagram toont vier lijnen die de woonlasten voor een meerpersoonshuishouden in de gemeente Venlo in beeld brengen, in vergelijking met referentiegemeenten in de periode 2016-2021. Één lijn laat het gemiddelde zien van alle referentiegemeenten, de volgende die van Venlo, de volgende de laagste en de vierde lijn de hoogste woonlasten. De woonlasten van de gemeente Venlo bewegen zich in de loop der jaren rondom het gemiddelde.

Ten opzichte van de referentiegemeenten is de positie van Venlo in 2021 verbeterd. In 2020 lag Venlo boven het gemiddelde; in 2021 is sprake van  € 16 onder het gemiddelde als gevolg van een stabilisatie van de woonlasten. In de referentiegroep zijn er in 2021 4 gemeenten waarvan de woonlasten lager zijn dan die van Venlo. Gezien de gelijkblijvende woonlasten voor 2022 is de verwachting dat de positie van Venlo ten opzicht van de referentiegemeenten verder zal verbeteren.

Ranglijst woonlasten
Uit de Atlas lokale lasten 2021 blijkt dat de positie van Venlo op de ranglijst van de woonlasten het afgelopen jaar is verbeterd t.o.v. 2020. De vanaf 2017 stijgende tendens is in 2021 omgezet in een sterke daling op de ranglijst. In 2021 zijn de woonlasten dusdanig gedaald dat Venlo zich ruim onder  de middenmoot bevindt. De verwachting voor 2022 is dat de positie van Venlo op de ranglijst nog verder zal verbeteren gezien de stabilisatie van de woonlasten t.o.v. 2021.
(
nr. 1 op de ranglijst heeft de laagste lasten ).

Als we naar onderstaande grafiek kijken, dan blijkt dat de woonlasten voor meerpersoonshuishoudens in Venlo in 2021 zijn gedaald t.o.v. het landelijk gemiddelde. De woonlasten voor een meerpersoonshuishouden bedragen in Venlo € 800 ten opzichte van het landelijk gemiddelde van € 813.

Deze pagina is gebouwd op 11/17/2021 08:35:05 met de export van 11/17/2021 08:30:05