Venlose stimuleringsbijdrage van het gas af
Belangrijk onderdeel van de warmtetransitie is om daadwerkelijk de CO2 uitstoot in de gebouwde omgeving te reduceren. We doen dit planmatig via de transitievisie gebouwde omgeving in de wijkaanpak, maar inwoners moeten zelf ook stappen zetten op weg naar aardgasvrije woningen. Om bewoners te stimuleren deze stap te zetten willen we een stimuleringsregeling voor eigenaren van bestaande woningen opzetten die enkel beschikbaar is bij het afsluiten van de aardgasaansluiting. De vorm (een bijdrage, of een tegemoetkoming in de financieringsconstructie) willen we de komende tijd vormgeven. Daarbij wordt gedacht om een onderscheid te maken tussen een subsidie voor daadwerkelijk van het gas af te gaan en een subsidie voor een woning die van het gas af gaat en tevens zijn eigen energie opwekt.
Naar verwachting zijn er veel woningeigenaren in Venlo die No regret/ voorbereidingsmaatregelen hebben getroffen en nog een afwachtende houding aannemen om daadwerkelijk de laatste stap te zetten (gasafsluiting). Daarmee wordt feitelijk de extra CO2 besparing gerealiseerd en om deze beweging te versterken wordt een stimuleringsbijdrage voor onze inwoners voorgesteld. Dit uiteraard naast de bestaande subsidies en belastingvoordelen vanuit de rijksoverheid .
Daarmee wordt de stap naar een aardgasvrij Venlo verder vergemakkelijkt en een beweging in Venlo op gang gebracht onder woningeigenaren. Procentueel ligt Venlo (1,8%) ver onder het landelijk gemiddelde percentage (5,7%). Er is dus in Venlo iets extra’s nodig willen we onze opgave lokaal realiseren. Voornoemde aanpak richt zich op de individuele woningbezitter / eigenaar. Voordeel van deze aanpak is dat de ambtelijke begeleidingskosten in vergelijking tot de wijkaanpak relatief gering is.
Naast de individuele aanpak kent Venlo ook een gerichtheid op de wijk. De wijkgerichte aanpak komt voort uit de transitievisie warmte. Soms is deze wijkaanpak noodzakelijk indien er sprake is van een collectieve warmtevoorziening (warmtenet) In beleidsmatige zin worden de komende jaren verdere voorbereidende maatregelen genomen om de uitvoering vorm te geven. Tevens vindt een permanente dialoog plaats met ketenpartners en in bijzonder de woningbouwcoöperaties. Hiervan vindt ook een vertaling plaats in de woonvisie en de prestatieafspraken. Doel is om de uitvoering van reguliere (vervanging/onderhoud) activiteiten en of nieuwbouw te verbinden met de transitievisie warmte opgave. Bijzonder voorkeur daarbij is om bottom-up initiatieven voorrang te geven of te verbinden met reeds in uitvoering zijnde transities zoals de aanpak van Hagerhof.
Naast de warmtetransitie staat ook de energieopwekking en energiebesparing centraal. Energieopwekking komt vooral op regionale schaal tot uitvoering. De komende jaren vinden voorbereidende activiteiten plaats om de doelstellingen vanuit de RES daadwerkelijk te realiseren. Voor Venlo zal hiervoor een uitvoeringskader worden vastgesteld waarbinnen de uitvoering lokaal tot stand komt. Tevens worden er activiteiten ontwikkeld om op kleinere schaal ook resultaten te behalen. De voorbereiding van een zonnepanelen project voor particuliere daken is hiervan een goed voorbeeld waarbij ontzorging van inwoners op gebied van financiën en techniek centraal staat en alle inwoners kunnen profiteren van de transitie.
Inzet rijksmiddelen
De opgave zoals gesteld in het programma Venlo Circulaire en Duurzame hoofdstad geven voor de gemeente Venlo invulling aan de wettelijke opgave uit het klimaatakkoord. De rijksoverheid heeft aangegeven gemeenten te compenseren voor het uitvoeren van het klimaatakkoord. Indien deze middelen worden toegekend aan Venlo willen we deze middelen inzetten om:
- Burgerinitiatieven te ondersteunen.
- Extra inzet van energie ambassadeurs
- Versnelling opstellen klimaatwijkakkoorden
- Aanvullend budget Hagerhof
- Doorvertaling van de transitievisie warmte in de uitvoering.
- Het uitvoeren van klimaatbestendige projecten.
- Het inzetten op het stimuleren van de circulaire economie
In het Klimaatakkoord is overeengekomen dat het Rijk gemeenten compenseert voor de uitvoeringskosten.