Wat mag het kosten?

De afgelopen jaren is de organisatie verder op orde gebracht en is er betere controle en sturing gerealiseerd zodat we kunnen spreken van een weerbare organisatie met een financieel gezonde basis. De  bedrijfsvoering is verder op orde, er zijn efficiencyslagen gemaakt en er is via het concept van programmatisch werken organisatorische duidelijkheid en focus aangebracht.
De huidige context van de organisatie is dynamischer dan ooit en levert diverse nieuwe omvangrijke inhoudelijke uitdagingen op. Dit vraagt om een volgende stap in de ontwikkeling; een verdere noodzakelijke doorontwikkeling en professionalisering van de organisatie. Nodig om mee te kunnen veranderen met de omgeving en te flexibiliseren in het belang van de burger.
Er zijn extra impulsen nodig die gefinancierd kunnen worden met tijdelijke middelen die ook binnen afzienbare tijd moeten renderen. Deze middelen zullen worden ingezet om de organisatie kwalitatief door te ontwikkelen, enige flexibiliteit te geven en op diverse terreinen van een impuls te voorzien, denk hierbij aan:

• Informatiegestuurd handelen: gebruik en inzetten van data en stimuleren datavaardigheid.
• Doorontwikkeling beleidsproces
• Innovatie van processen en procesmatig werken
• Rechtmatigheid en transparantie
• Opleiding en ontwikkeling
• Ruimte voor onderzoek, innovatie en pilots.
• De juiste persoon op de juiste plaats

De kosten van de investeringen op deze domeinen en benodigde tijdelijke financiële slagkracht zijn berekend op € 1,3 miljoen euro per jaar. Deze doorontwikkeling en het naar een hoger niveau brengen van de organisatie is een beweging die over een periode van 2 jaar wordt ingezet ook al vindt de begrotingsverwerking administratief binnen 1 jaar plaats. Op deze manier moet de organisatie vanuit de gelegde basis een verdere doorontwikkeling doormaken waardoor het voor de organisatie haalbaar blijft om de door uw raad gestelde doelen te (blijven) realiseren in het belang van de stad en alle burgers. Er wordt een bedrag van € 1,3 miljoen opgenomen in de exploitatie 2022 en eenzelfde bedrag in een bestemmingsreserve voor 2023.

Transparante en navolgbare subsidieregels die aansluiten bij de huidige beleidsdoelen en -ambities. Daarmee is, na een periode van10 jaar, invulling gegeven aan de opdracht van de gemeenteraad om het subsidiestelsel eenduidiger te maken zodanig dat de subsidieverstrekking nadrukkelijk aansluit bij de door gemeenteraad geformuleerde doelstellingen. Het subsidie-instrument of de subsidie is geen doel op zichzelf, maar een middel om de bestuurlijk vastgestelde maatschappelijke effecten te bereiken. Bij de herijking is hier dan ook nadrukkelijk aandacht voor geweest en dit heeft ook daadwerkelijk geleid tot nieuwe initiatieven. In de afbouw van bestaande subsidies is een zachte landing voorzien en het effect is gedempt door de (tijdelijke) inzet van een noodfonds. Het structureel beoogde financiële resultaat ad. € 900.000 is door middel van de herijking gedeeltelijk ingevuld. Het restant van de financiële opgave ad. € 453.000 is onderdeel  van de integrale afweging van het begrotingsproces. Daarmee heeft Venlo een nieuw vastgesteld toekomstbestendig subsidiekader.

Om onze gehele dienstverlening op peil toe houden, is de doortonwikkeling van o.a. ons applicatielandschap noodzakelijk. Binnen de gemeente Venlo is de digitale transformatie ook steeds meer zichtbaar. Denk hierbij aan geautomatiseerde dienstverleningsprocessen (o.a. digitale aangiften van huwelijken, overlijden, geboorten), dashboards met stuurinformatie en de inzet van slimme technologieën bij het maken van luchtfoto’s, facturatie en het digitaal ondertekenen.
Diverse licentiekosten van bestaande noodzakelijke software worden in 2022 verhoogd. Deze verhoging is meegenomen in dit begrotingsvoorstel. Tevens worden er nieuwe applicaties of aanvullende modules aangeschaft die nodig zijn om wettelijke taken af te handelen, zoals het archiveren van burgerzakenproducten. Daarnaast wordt een aantal processen meer geautomatiseerd, waaronder de facturenafhandeling en het integraal managen van audits en risico's. De aangegeven kosten zijn op basis van marktverkenning bepaald. Tenslotte wordt de transitie naar de cloud in 2022 en 2023 in gang gezet van enkele applicaties.
Met deze doorontwikkeling zorgen we ervoor dat de digitale werkomgeving weer up-to-date is, voldoen we tevens aan wettelijke taken (o.a. archiveren) en optimaliseren we enkele processen.
Concreet betekent bovenstaande het volgende:

• CoSoftware voor business control m.b.t. auditing, risicobeheersing en infobeveiliging;
• Archiefmodule voor burgerzakenproducten;
• Software om binnen de bestaande huisstijlkaders en vormgevingseisen (centrale regie/template ontwikkeling), decentraal datavisualisaties en factsheets te ontwikkelen;
• Applicatie om online nieuwsbrieven, zowel op specifieke onderwerpen en doelgroepen (bijvoorbeeld op postcodeniveau) te versturen;
• Software voor een betere doorgeleiding van de facturenstroom langs akkoordverklaarders en budgethouders, en daarbij beter laten aansluiten bij de budgethoudersregeling;
• Continuering van de huidige samenwerkingswijzer (website);
• Software aanbesteding voor de Melding Openbare Ruimte (MOR);
• Migraties naar de cloud in 2022 van de huidige software oplossing m.b.t. gegevenslogisitiek (CMG) en GISIB;
• Exploitatiebudget vanaf 2023 voor de software m.b.t. de digitale handtekening;
• Migratie naar de cloud in 2023 van software voor het sociaal domein (Suite voor Sociaal Domein).

Structurele verhoging van de deelnemersbijdrage ICTNML van € 253.000 in 2022, € 207.000 in 2023 en €181.000 vanaf 2024.
Dit is een gevolg van de loon en prijsindexering uit de Kadernota 2021 en autonome ontwikkelingen, effect wijziging verdeelsleutel met ingroeiscenario en inbeheername van het glasvezelnetwerk. Eveneens extra lastenstijgingen voor het gebruik van duurdere licenties.
Een deel van deze bijdrage wordt opgevangen als er wordt ingestemd met de uitgangspunten van de vastgestelde Kadernota. Het gaat hierbij om een structureel bedrag voor loon en prijsindexatie 2022 van € 51.000.

Volgens de wettelijke voorschriften van het BBV dient de Raad de methode voor deze berekening en de overheadopslag jaarlijks vast te stellen. De opslag voor overhead wordt gebaseerd op het totaalbedrag begrote overheadkosten, gerelateerd aan het totaal uren (fte formatie* 1.350 uur) dat wordt toegerekend aan de primaire processen. Het aantal toe te rekenen uren stijgt in 2022 t.o.v. 2021 met 61.948 uur. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door de administratieve herschikking van de personeelsbegroting (bewust en realistisch begroten) bij de VoRap 2021. Hoewel het absolute bedrag aan overhead met € 0,5 miljoen beperkt stijgt heeft de administratieve wijziging een voordelig effect op het overheadtarief. Vanaf 2022 is op basis van bovenstaande ontwikkeling en de vastgestelde systematiek het overheadtarief namelijk bepaald op € 42 per uur (i.p.v. € 45 in 2021).
Het overheadtarief wordt intracomptabel toegerekend aan de grondexploitaties en investeringen welke kostendekkend zijn. Omdat er minder overheadkosten kunnen worden doorbelast heeft dit vervolgens een gering nadelig effect voor de programmabegroting 2022-2025 van € 159.000.

Met betrekking tot de meerjarenbegroting 2022 t/m 2025 van de BsGW heeft positieve besluitvorming in het College plaatsgevonden. Het overleg van het algemeen bestuur BsGW voor definitieve vaststelling vindt op 24 juni 2021 plaats. Voor Venlo een budgetophoging van circa € 179.000 ten opzichte van de huidige jaarschijf 2021. De bijdrage stijgt van € 1.889 miljoen in 2021 naar € 2.068 miljoen in 2022 (waarvan € 14.000 incidenteel). Dit betreft de loonindexering en de indexering van goederen en diensten, toename van de proceskosten, aanschaf van het zogenoemde regieportaal en een incidentele aanvulling van het weerstandsvermogen in 2022. Voor Venlo is naar aanleiding hiervan een structurele begrotingswijziging van € 165.000 in de meerjarenbegroting 20222025 aan de orde met inbegrip van de indexering vanuit de Kadernota 2022. Per saldo resteert derhalve een structurele kostenvrager van circa € 139.000.

Financieringslasten zijn bijgesteld na actualisatie kapitaallasten bij de VoRap 2021 en aanpassingen van kapitaallasten n.a.v. kasstroomaanpassingen - € 168.078 .
Incidentele vrijval kapitaallastenplafond € 452.676: De in de huidige concept begroting verwerkte investeringsvoorstellen leiden tot incidentele ruimte in de jaren 2022 - 2025. De incidentele ruimte binnen het kapitaallastenplafond in 2022 en een gedeelte van 2023 kan incidenteel vrijvallen. De resterende incidentele ruimte voor de jaren 2023-2025 blijft gereserveerd voor toekomstige investeringen.

Op basis van de berekening van de WOZ areaaluitbreiding kan er voor 2022 en verder een extra OZB opbrengst van in totaal € 498.869 worden ingeboekt.

Het gemeentefonds is de grootste inkomstenbron van de gemeente Venlo. Periodiek wordt u geïnformeerd over de ontwikkelingen van deze uitkeringen. Dit vindt plaats bij het verschijnen van de circulaires gemeentefonds van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Voorjaar de meicirculaire en najaar de septembercirculaire). Besluitvorming over de inzet van de (meerjarige) ontwikkelingen wordt betrokken bij de integrale afwegingsmomenten. De meicirculaire is daarmee een belangrijke bouwsteen voor de (programma)begroting en de septembercirculaire is dit voor de Kadernota.
Als gevolg van de meicirculaire 2021 stijgt het gemeentefonds ten opzichte van de Kadernota. Dit komt met name door taakmutaties en actualisatie van volumes. Tegenover de taakmutaties zijn daar waar van toepassing begrotingsvoorstellen gedaan. Deze treft u bij de inhoudelijke programma's aan.
Meerjarig is er sprake van een nadelig nominaal accres. Het effect hiervan op het concernresultaat wordt gecompenseerd doordat hierop bij de uitwerking van de septembercirculaire 2020 tijdig was geanticipeerd en door gedeeltelijke vrijval van de correctie op het economisch perspectief.
In 2022 ontvangen de gemeenten een extra compensatie kosten Jeugdzorg van landelijk € 1,314 miljard. Voor Venlo betekent dit € 7,97 miljoen.
Gelet op de landelijke ontwikkelingen omtrent de herijking gemeentefonds en Jeugd wordt een hogere uitkering uit het gemeentefonds verwacht. Met de genoemde ontwikkelingen is behoedzaam omgegaan en is er in voorliggende begroting dan ook geen opportunistisch scenario als uitgangspunt genomen.